Beautiful After Breast Cancer Foundation

Preventie

De moderne geneeskunde begint meer en meer een preventieve geneeskunde te worden. Ook inzake borstkanker is hier de laatste jaren, met de ontdekking van het BRCA-gen, een shift gekomen naar preventie. Ondertussen zijn meerdere genen ontdekt alsook meerdere risicofactoren beschreven. Afhankelijk van beide kan een gepersonaliseerde screeningsstrategie gekozen worden. Het is daarom belangrijk om deze risico- en genetische factoren te begrijpen.

Diagnose

Ik kreeg de diagnose kanker... Deze website is een portaal die u en uw naasten zal helpen om persoonlijke informatie en antwoorden te vinden voor uw probleem.

Deze website moet een houvast  en steun zijn voor patiënten op weg naar herstel en een beter leven.

Het "Diagnose" gedeelte van onze website is opgesteld in twee belangrijke delen. Ten eerste zorgen we in "Anatomie en Fysiologie" voor een basiskennis van de borst. In het tweede deel "Tumoren en aandoeningen" gaan we dieper in op alles wat met aandoeningen van de borst te maken heeft.

Verder wensen wij vrouwen te informeren die zich afvragen of zij wel een borstprobleem hebben, maar daarvoor nog niet onmiddellijk hun arts willen consulteren. Kennis en informatie kunnen dikwijls een onmiddellijke geruststelling betekenen indien de vrouw zelf in staat is het probleem te onderkennen en inziet dat hier geen specifieke behandeling voor noodzakelijk is. Anderzijds trachten we ook vrouwen te informeren bij wie wel degelijk een ernstig borstprobleem is vastgesteld, zoals bijvoorbeeld een kwaadaardige aandoening, en die goed voorbereid naar hun arts willen stappen.

Behandeling

Bij de behandeling van een borstkanker hoort meteen ook een keuze gemaakt te worden rondom de reconstructie. Er is geen fundamenteler doel van onze Stichting dan deze awareness bij de patiënten en oncologische chirurgen te brengen. Door vooraf een geïnformeerde beslissing te nemen, blazen we geen bruggen op voor een latere reconstructie zonder hierbij het oncologische aspect uit het oog te verliezen. Uiteraard primeert de overleving en zal de beslissing van de oncologische chirurg altijd voorgaan.

Op de pagina "Beslissen" staat alle informatie die u kan verwachten tijdens een eerste consultatie alvorens u de tumor laat verwijderen. Deze pagina is zeer uitgebreid en uw plastisch chirurg zal enkel die informatie vermelden die voor uw persoonlijke situatie toepasbaar is.

"Verwijderen van de tumor" vertelt het verhaal van de operatie zelf. Dit is de belangrijkste operatie want een goede wegname van de tumor is en blijft het belangrijkste. We leiden u door de verschillende vormen van wegname. Deze beslissing wordt vaak voor u genomen door een multidisciplinair team van oncologen, radiologen, pathologen, radiotherapeuten, borstverpleegkundigen, gynaecologen, oncologische chirurgen en plastische chirurgen.

In het deel "Borstreconstructie" staat alle informatie en illustratie van de verschillende soorten reconstructie met bijhorende stappen.

Revalidatie

Wie behandeld is voor kanker heeft vaak een lange periode nodig om te herstellen.

Kanker is een ingrijpende ziekte met een zware behandeling. Vaak kampen mensen nadien met psychosociale en/of lichamelijke problemen zoals stress, angst, extreme vermoeidheid, pijnlijke gewrichten, een verminderde conditie, lymfoedeem… Dit kan een grote invloed hebben op het algemeen welzijn.

Er zijn revalidatieprogramma’s die worden aangeboden door de meeste ziekenhuizen. We behandelen hier een aantal grote thema’s.

Quality of life

De levenskwaliteit is een belangrijke factor bij het omgaan met borstkanker. Daarom is het belangrijk om coping-mechanismen te vinden die werken, en die zullen van patiënt tot patiënt verschillen. Voor sommigen kan dat zijn: plezier vinden in activiteiten die zij voor de diagnose deden, tijd nemen om te genieten, vrijwilligerswerk doen, lichaamsbeweging... Van het grootste belang is dat studies hebben aangetoond dat het accepteren van de ziekte als een deel van iemands leven een sleutel is tot effectieve verwerking, evenals het focussen op mentale kracht om de patiënt in staat te stellen verder te gaan met het leven. In dit gedeelte behandelen we enkele onderwerpen die patiënten tijdens en na de behandeling ervaren en geven we informatie om deze aan te pakken.

Huid, nagels en haar

De huid is het grootste orgaan in ons lichaam , die fungeert als barrière die ons beschermt tegen bacteriën , virussen en schimmels. Het regelt ook onze temperatuur in ons lichaam en het stelt ons in staat om zintuiglijke impulsen te ontvangen : de manier waarop we dingen waarnemen in onze omgeving, warmte of koude , en wanneer we dingen aanraken . De huid is ook verantwoordelijk voor het vormen van vitamine D , dat zeer belangrijk is voor onze algehele gezondheid.

Huidschade en huidzorg bij chemotherapie

Tijdens  de chemotherapie blokkeren de meeste chemotherapie-producten de activiteit of het vermogen van cellen in ons lichaam om te delen of te groeien. Deze producten zijn echter niet in staat onderscheid te maken tussen een kankercel die ze vernietigen of een normale cel zoals huidcellen die groeien . Dit leidt tot de dermatologische bijwerkingen zoals hieronder beschreven:

  • droge huid

  • Huiduitslag

Chemotherapie kan lichtgevoeligheid veroorzaken dat zich voordoet als roodheid.
Huiduitslag die lijkt op acne kan soms verbeterd worden door middel van steroiden

  • Hand-voet- syndroom

Dit is een bijwerking van chemotherapie bepaalde geneesmiddelen zoals orale capecitabine , 5 - fluorouracil en doxorubicine .

  • Radiation recall

Dit is een gebied van roodheid die ontstaat in het gebied van bestraling na een bepaalde chemotherapeutica .

  • Ontsteking van het mondslijmvlies

Hand-voet reactie

Deze nevenwerking komt bij veel patiënten in de loop van chemotherapie voor. De hand-voethuidreactie komt tot uiting als:

  • jeuk, tintelingen

  • een gevoel van verstramming

  • branderigheid

  • vervelling, droge huid

  • een dof gevoel

  • pijnlijke  handpalmen en/of voetzolen

  • hogere gevoeligheid voor warme voorwerpen

  • roodheid

  • zwelling, kloven, eelt of blaarvorming op de wrijfplaatsen van de handpalmen en voetzolen

De symptomen komen meestal voor na enkele cycli. De tips mag u reeds toepassen van bij de aanvang van uw behandeling.

 

TIPS

  • Laat de aanwezige eeltvorming op handen en voeten verzorgen door een medische pedicure vóór de start van de behandeling. De eelt goed laten verzorgen, maar niet wegsnijden!

  • Breng vaak een verzachtende crème aan op uw handen en voeten, in het bijzonder op plaatsen waar de huid droog is. Bijvoorbeeld een cold cream of een lipofiele crème.

  • Bij jeuk kan u de handen en voeten insmeren met een ureumhoudende zalf.

  • Breng voor het slapengaan een dikke laag zalf aan met daarboven een paar sokken om de zalf ter plaatse te houden.

  • Draag ‘s avonds katoenen handschoenen en sokken om de vochtinbrengende crèmes optimaal te laten indringen.

  • Neem best een lauwe douche en gebruik een neutrale en ongeparfumeerde douchegel. Dep de huid voorzichtig met een zachte badhanddoek.

  • Gebruik een beschermingsfactor (bv. Factor 50) in de zon en een aftersunspray om de huid te verzachten.

  • Draag breed schoeisel, zorg dat uw voeten niet geklemd zitten in de schoenen. Het gebruik van inlegzolen is aan te raden.

  • Draag handschoenen, uw handen kunnen heel gevoelig zijn in de kou.

  • Gebruik handschoenen bij het afwassen, draag eerst fijne katoenen handschoenen en dan pas rubberen handschoenen.

  • Een voetbadje met magnesiumsulfaat (MgSO4) kan verzachtend werken.

  • Bij open wondjes, éénmaal per dag een ontsmettend voetbadje gebruiken.

  • Raadpleeg een pedicure of een podologe als u harde en verdikte huidplekken hebt.

  • Breng corticoïdebevattende zalven enkel op de aangetaste plaatsen aan anders zal u de gezonde huid irriteren.

  • Vraag aan uw arts een geneesmiddel tegen de jeuk of de pijn.

 

LET OP

  • Vermijd langdurige blootstelling aan de zon.

  • Vermijd hete douches of baden.

  • Vermijd het contact met detergent of andere onderhoudsproducten. Deze drogen de huid uit.

  • Vermijd wrijvingen ter hoogte van de voeten en handen, bijvoorbeeld bij een lange wandeling of het langdurig werken met bepaalde werktuigen.

  • Prik de blaren niet open, dit kan de klachten verergeren.

  • Let op met het gebruik van pleisters.

  • Vermijd lang rechtop staan.

  • Vermijd schoenen met dunne zolen.

  • Vermijd blootvoets lopen. Het kan even afkoeling brengen maar u moet opletten voor wondjes.

 

Ontsteking van het mondslijmvlies

Het slijmvlies in de mond kan ontsteken door chemotherapie. Dit heet mucositis. De ontsteking is meestal tijdelijk, maar kan pijnlijk zijn. Het tandvlees, de tong en de lippen kunnen dan gevoelig zijn, vooral bij het eten en drinken.

 Andere klachten in de mond zijn:

  • aften

  • een droge of pijnlijke mond

  • zweertjes

  • wit beslag op de tong

  • rood slijmvlies

  • bloedend tandvlees

  • kloofjes in de lippen

  • een gevoelige keel

 

TIPS

  • Behoud een goede mondhygiëne en een goed verzorgd gebit.

  • Poets uw tanden na elke maaltijd, minstens 3 maal per dag.

  • Poets uw tanden steeds met een zachte tandenborstel.

  • Gebruik een fluoridehoudende milde tandpasta.

  • Spoel de tandenborstel grondig na en bewaar hem droog met de borstelkop naar boven.

  • Vervang uw tandenborstel om de 2 maanden.

  • Gebruik 1 maal per dag een tongschraper om uw tong te reinigen. Borstel of schraap de tongrug en de zijvlakken van de tong.

  • Flos uw tanden éénmaal per dag.

  • Spoel steeds uw mond  met water na het braken.

  • Spoel uw mond met Dentio 0,05% of een ander mondspoelmiddel zonder alcohol.

  • Gebruik het mondspoelmiddel telkens na het poetsen en voor het slapengaan.

  • Houd de lippen vochtig met een lippenbalsem.

  • Drink veel (water, lauwe thee).

  • In geval van pijn eet u het best voedsel dat zacht is.

  • Hebt u pijn of open wondjes in de mond, neem dan steeds contact op met de verpleegkundige. De pijnlijke zones in uw mond kunnen verholpen worden met een laserbehandeling.

  • Verwijder uw gebitsprothese en spoel uw mond bij pijn.

  • Reinig de gebitsprothese met een protheseborstel en vloeibare neutrale zeep. Gebruik geen tandpasta want dit beschadigt de gebitsprothese. Een bruistablet vervangt het borstelen van uw prothese niet.

 

LET OP

  • Vermijd te gekruid, zuur (citroensap, vinaigrette, mosterd), droog, krokant, hard, zeer koud of zeer warm voedsel bij pijn of open wondjes in de mond.

  • Vermijd tandpasta met een blekende werking voor witte tanden (bv. met peroxide).

  • Vermijd alcoholische dranken.

  • Minderen of beter, stoppen met roken is aangeraden.

 

Bron: brochure UZ Gent

 

Links

www.breastcancer.org

https://www.cancerresearchuk.org/about-cancer/coping/physically/skin-problems

 

Referenties

Huidschade na bestraling

Het is normaal dat uw bestraalde huid reageert op de bestraling. De mate waarin de huid reageert verschilt van persoon tot persoon en is afhankelijk van de gebruikte bestralingstechniek.

Effecten van bestralingstherapie

Er is een reeks effecten die in de loop van de tijd in een bestraalde huid kunnen optreden. Over het algemeen kan straling cellen beschadigen door het DNA direct te verstoren of door de productie van vrije radicalen. Deze schade resulteert in ongeorganiseerde fibroblastactiviteit, microvasculaire trombose en onvoldoende weefseloxygenatie. Tijdens de 3e tot 6e week van de therapie raken de populaties stamcellen van de basale laag in het behandelde gebied uitgeput. De grove huidveranderingen die optreden bij standaardschema's en doses radiotherapie van de borst worden gecategoriseerd als vroege of late effecten, afhankelijk van het tijdstip waarop ze zich voordoen.

Vroege effecten worden gedefinieerd als effecten die optreden binnen 90 dagen na de eerste bestralingstherapie. De huidreacties omvatten droogheid, epileren, pigmentveranderingen en erytheem. Droogte en epilatie zijn het gevolg van vernietiging van de dermale laag. Hyperpigmentatie is het resultaat van stimulatie van epidermale melanocyten. Sommige patiënten kunnen hypopigmentatie ontwikkelen als gevolg van volledige uitroeiing van alle melanocyten. Acuut erytheem wordt veroorzaakt door cytokine-gemedieerde ontstekingsreacties.

Late effecten worden beschouwd als de effecten die zich meer dan 90 dagen na de eerste radiotherapie voordoen. Deze effecten zijn gerelateerd aan huidletsel. Tot het moment dat late effecten optreden kan de huid er “normaal” uitzien. Late effecten kunnen na maanden of zelfs tot 15 jaar later optreden. Deze late effecten zijn direct gerelateerd aan de dermale fibroblastrespons op radiotherapie en de reabsorptie van collageenvezels. Teleangiëctasie is een ander effect van bestraling dat zich maanden of meerdere jaren na de therapie kan manifesteren. Als necrose optreedt, wordt dit geassocieerd met stralingsdoses die hoger zijn dan die gebruikt bij de behandeling van borstkanker.

Helaas zijn melasma en postinflammatoire hyperpigmentatie cosmetische problemen met beperkte behandelingsmogelijkheden.

Veel dermatologische behandelingen worden in de literatuur voorgesteld, maar zonder enig optimaal resultaat (selectieve fotothermolyse van gepigmenteerde cellen door Q-switched ruby ​​laser, MedLite C6 Q-switched Nd:YAG laser, laser resurfacing).

Veelbelovende resultaten zijn waargenomen bij het gebruik van lipofilling. De injectie van lichaamseigen vet in de onderhuidse lagen heeft geleid tot een verbeterde pigmentatie, meer soepelheid en een betere elasticiteit van de huid. Het werkingsmechanisme is vooralsnog onduidelijk, maar de positieve invloed en herstellende functie van stamcellen op het beschadigde weefsel lijkt vandaag de dag de meest logische verklaring.

Camouflage opties worden besproken in de sessie make-up en camouflage*.

Referenties

Onmiddellijke schade en schade op lange termijn

Onmiddellijke schade

De huidreacties zijn enkel mogelijk op de plaats waar u bestraald wordt en komen meestal voor ter hoogte van het operatielitteken of ter hoogte van de huidplooien (onder de borst of in de oksel). Men spreekt ook vaak over ‘brandwonden’ ten gevolge van de bestraling (acute radiodermitis). Meestal wordt de huid in de 2de tot 3de week van de bestraling rood. 

 Typische verschijnselen na bestraling:

  • Roodheid

  • Schilfers ter hoogte van de huid, droge huid

  • Jeuk

  • Irritatie en pijn ter hoogte van de bestraalde huid

  • De huid is gevoelig en kan warm aanvoelen

  • Een open wonde

De huidreactie bereikt een piek in de laatste week van de behandeling tot de eerste week erna. Op het einde van de bestraling kan uw huid een open wonde zijn, maar dit is zeker niet bij iedereen het geval. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, is het belangrijk om onderstaande tips correct toe te passen. Huidreacties genezen doorgaans binnen de vier weken na de laatste bestraling.

 

TIPS tijdens de bestralingsperiode
  • Inspecteer dagelijks de bestraalde huid.

  • Was u met een zachte douche-olie of zeep (vb. Eucerin waslotion, Bodysol douche-olie, Mustela babyzeep, Mustela babyshampoo 2 in 1, Sanex zero of Sebamed zeep). Deze producten hebben geen parfum en geen bewaarmiddel.

  • Neem liever een douche dan een bad. In bad liggen kan de huid teveel verweken en kan de markeringen op de huid doen verdwijnen.

  • Dep uw huid droog met zachte handdoeken, nooit wrijven.

  • Houd de huidplooien goed droog. Breng een wattenkompres of een katoenen zakdoek aan tussen de huidplooien, bijvoorbeeld onder uw borst.

  • Soms kan de huid ook plots gevoelig reageren op een wasmiddel. Gebruik dan een neutraal wasmiddel en gebruik even geen wasverzachters.

  • Draag loszittende kledij, zo vermijdt u druk en wrijving. Draag bijvoorbeeld een katoenen hemdje onder uw BH of een BH zonder beugels. Draag liefst katoenen kledij, dit is luchtiger.

  • Indien nodig zal de arts u een hydraterende crème voorschrijven. Gebruik deze  enkel als  de arts u adviseert om ermee te starten.

  • Breng de crème aan als preventie voor uitdroging van de bestraalde huid. Doe dit minimum 2 maal per dag. Leg geen dikke laag crème op uw huid maar masseer een kleine hoeveelheid volledig in. Voor een oppervlakte te vergelijken met een handpalm heeft u ongeveer een hoeveelheid crème ter grootte van een erwt nodig. De producten dringen het beste in wanneer u eerst de huid lichtjes bevochtigt, bijvoorbeeld na het douchen.

  • Was de hydraterende crème niet af voor de bestraling.

  • Wanneer u last krijgt van jeuk, kan een coldcream met ureum voorgeschreven worden om de jeuk te verminderen. U kan jeuk ook voorkomen door u regelmatig te verfrissen en luchtige, katoenen kledij aan te trekken.

Let op:

  • wrijf niet te hard met een washandje ter hoogte van de bestraalde huid, spoelen mag wel.

  • Vermijd aluminiumhoudende deodorants, parfum, geparfumeerde zepen, bodylotions en shampoo’s. Deze kunnen irritatie en eczeem veroorzaken. Wilt u toch wat parfum gebruiken, breng die dan voorzichtig aan op uw kledij.

  • Gebruik geen producten die alcohol bevatten zoals eau de cologne of aftershave lotions. Deze drogen de huid uit.

  • Gebruik geen poeders want ze schuren teveel.

  • Breng geen kleefpleister aan in de bestraalde zone. Gebruik ook geen ether.

  • Krab bij jeuk niet aan de bestraalde huid. Soms kan het helpen om deze plaats even te ontbloten. Bespreek dit probleem ook met de bestralingsarts. Die zal u de gepaste zalf voorschrijven.

  • Stel de bestraalde huid niet bloot aan UV-stralen (de zon & zonnebank). Dek de bestraalde zone steeds af met kledij of een sjaal.

  • Ga niet zwemmen in chloorwater en ga niet naar de sauna. Dit heeft een uitdrogend effect.

 

TIPS na de bestralingsperiode
  • Nog steeds blijven douchen. De huid moet eerst hersteld zijn voor u terug een bad mag nemen of mag gaan zwemmen.

  • Was na de laatste bestraling de aangebrachte markeringen niet meteen af. Teveel en te hard wrijven kan uw huid nog meer beschadigen en ze verdwijnen toch vanzelf, ongeveer na 1 week.

  • Hydrateer uw huid verder als uw huid na de bestraling droog is. Doe dit zolang uw arts dit nodig acht.

  • Let op bij het zonnen, vooral het eerste jaar na de bestraling. Bedek steeds de bestraalde huid en gebruik een zonnecrème (Sun block factor 50). Het is aan te raden dit ook na het eerste jaar verder te blijven doen.

  

Schade op lange termijn

Bijwerkingen op lange termijn (weken tot maanden na de bestraling) komen in de meeste gevallen slechts voor op de bestraalde plaatsen en niet elders in het lichaam. Na de bestraling kunnen er blijvende cosmetische veranderingen optreden. De bestraalde borst kan er anders uitzien dan de andere borst: harder, steviger en verkleurd. Deze veranderingen zullen tijdens uw controles opgevolgd worden.

Na het genezen kan uw huid donkerder blijven.

De borst of de oksel kunnen steviger en harder aanvoelen door vorming van littekenweefsel. Weefsels worden taaier en verliezen hun elasticiteit. Men noemt dit fibrose van de borst.

Sommige vrouwen hebben het gevoel dat de borst groter geworden is. Meestal is dit tijdelijk en te wijten aan reactief oedeem. Fibrose kan ook last geven t.h.v. de gewrichten en dit kan vervelend zijn bij het bewegen van bijvoorbeeld de arm en schouder. Kine kan hierbij helpen.

Bron: Brochure UZ Gent

Pruiken en hoofdbescherming

Chemotherapie kan invloed hebben op de haargroei: het haar wordt soms dunner en bij sommige mensen valt het helemaal uit. Haaruitval ten gevolge van chemotherapie is bijna altijd tijdelijk.

Mensen zien hun haar als een belangrijk onderdeel van hun uiterlijk, en zijn bang dat een ander voorkomen invloed zal hebben op de relatie met hun familie en vrienden.

Haaruitval kan zorgen dat u zich minder zelfverzekerd en meer kwetsbaar voelt, vooral als je het gevoel hebt gedwongen te worden om mensen te informeren over uw kankerdiagnose wanneer u dit niet wenst te doen.

Praten is belangrijk om te kunnen omgaan met haaruitval, zowel praktisch als emotioneel. Sommige mensen vinden het makkelijker om met iemand te praten die ze niet kennen, terwijl anderen kiezen te praten met een kanker specialist, en anderen dan weer met medepatiënten die reeds door haaruitval gingen. Deze laatste kunnen vaak nuttig advies en persoonlijke tips geven over hoe zij zijn omgegaan met de kwestie.

Mogelijke alternatieven of oplossingen voor haaruitval zijn :

  • pruiken

  • hoeden , tulbanden , sjaals

  • professionele kapsels en haarproducten kunnen helpen bij de groei fase

 

Websites over dit topic

www.macmillan.org.uk/Cancerinformation/Livingwithandaftercancer/Symptomssideeffects/Hairloss/Hairloss.aspx

www.headcovers.com/

 

Referenties

Make-up

Chemotherapie kan onaangename esthetische bijwerkingen geven, zoals het verlies van wimpers en wenkbrauwen, en geïrriteerde of gevoelige huid, met mogelijke kleur onregelmatigheden.

Make-up kan helpen bij het ​​verbeteren van je uiterlijk, maar ook van je humeur. Me lippenstift, poeder en mascara voelt u zich veiliger en aantrekkelijker: in een woord, mooier, zelfs tijdens chemotherapie.

Met vastberadenheid en optimisme, is het enerzijds mogelijk deze negatieve effecten te "verbergen", en anderzijds om een ​​nieuw soort schoonheid sterker en bewuster te markeren.

De zogenaamde camouflage producten zijn cosmetische producten die normaal ook worden gebruikt , maar met bepaalde eigenschappen die kunnen verdragen worden door een gevoelige huid of geïrriteerde huid. Ze zijn hypoallergeen, waterdicht, duurzaam en bevatten een zonnefilter.

Zonnecrème met een hoge beschermingsfactor dient ten alle tijde worden gedragen, ook als u geen make-up dragen, want de huid is erg gevoelig en verbrandt sneller in die periode.

Om de ontbrekende wimpers te camoufleren is het mogelijk om valse wimpers te plaatsen met een speciale lijm. Het is echter vaak voldoende om een waterafstotende eyeliner te gebruiken om de bovenste en onderste ooglid te markeren en zo een grotere intensiteit te geven aan het oog zonder wimpers.

Wenkbrauwen kunnen getekend worden met een speciaal penseel of potlood, vervangen worden door stencils of nagebootst worden door een realistische wenkbrauw van het menselijk haar (te worden aangebracht met een speciale lijm).

Als u elke dag wil make-up dragen kan je overwegen semi-permanente make-up te plaatsen. Dit is een niet-permanente tatoeage die kan worden gehandhaafd zelfs nadat de natuurlijke haargroei teruggekeerd is. De kleuren zijn niet-toxisch, hypoallergeen en hebben een zeer natuurlijk effect. Het lange termijn effect verschilt van persoon tot persoon en kan regelmatig worden bijgewerkt.

Nagelproblemen en nagelverzorging

Goede nagelverzorging is belangrijk om infecties te voorkomen. Tijdens de chemotherapie is het belangrijk om infecties te vermijden, aangezien de natuurlijke afweer, het immuunsysteem, wordt aangetast. Daarenboven, wanneer de okselklieren chirurgisch werden verwijderd, is er een verhoogd risico op het ontwikkelen van lymfoedeem (vochtophoping in de weke weefsels van de arm) . Goede nagelverzorging om infectie te voorkomen is een eerste lijn preventie voor lymfoedeem.  

Wijzigingen die u kunt merken tijdens de chemotherapie
  • Broze en droge nagels die gemakkelijk afbreken

  • Nagelriemen kunnen gaan rafelen

  • Vertraagde nagelgroei

  • Meerdere horizontale lijnen kunnen zich ontwikkelen over de nagel. In de medische terminologie worden deze lijnen "Beau's lijnen" genoemd. Elke lijn vertegenwoordigt een cyclus van chemotherapie. Ze zijn niet permanent en groeien samen met de nagel uit in ongeveer zes maanden.

  • Taxaan-bevattende chemotherapie, gebruikt in de behandeling van borstkanker, is gekend om nagel verkleuring en broze nagels te veroorzaken. De nagel kan gedeeltelijk loskomen van het nagelbed en in een minderheid van de patiënten kan de nagel volledig uitvallen. De nagel zal wel volledig terug groeien.

 

Dit zijn belangrijke tips om de nagels in goede conditie te houden
  • Hou je nagels kort

  • Best de nagelriemen niet knippen

  • Vermijd bijten aan nagels of nagelriemen

  • Gebruik beschermende handschoenen bij het afwassen of tuinieren om de ontwikkeling van een schimmel infectie van de nagels tegen te gaan.

  • Masseer regelmatig nagelriemcrème in de nagels

  • Nagellak zal extra kracht geven aan de nagel. Echter, gebruik een niet-aceton-gebaseerde remover om de nagellak te verwijderen. Dit zal de nagels minder uitdrogen dan bij gebruik van verwijderaars op basis van aceton.

  • Vermijd valse nagels, acrylics of nagel wraps die opnieuw het risico kunnen verhogen voor het ontwikkelen van infecties.

  • Als u voor een manicure gaat, breng dan best uw eigen manicure set met u mee, opnieuw om het risico op infecties te verminderen.

  • Verwittig uw arts als u roodheid of etter opmerkt onder of rond het nagelbed.

 

Links

http://www.oncolink.org/coping/article1.cfm?c=496&id=1157

 

Referenties