Borstverkleining

Een beschrijving van het probleem

Chirurgische planning is afhankelijk van het type borsthypertrofie (overmatige groei)


Type 1:

De toename in volume situeert zich voornamelijk in het centrale en bovenste deel van de borst. De zwaartekracht trekt het weefsel naar beneden en de afstand van tepel tot sleutelbeen stijgt sterk, terwijl deze tot de plooi onder de borst slechts licht toeneemt.


Type 2:

De klier is overontwikkeld in het onderste gedeelte van de borst. Meer huidrek treedt op onder de tepel, zodat de afstand van de tepel tot de borstplooi toeneemt.


Type 3:

Een combinatie van bovenstaande, waarbij beide metingen aanzienlijk toenemen.

Fig. 1: type I Fig. 2: type II Fig. 3: Type III

Figuren 1,2,3: De drie verschillende vormen van borsthypertrofie  


Doelstellingen van Heelkunde


Het probleem is het resultaat van zowel een teveel aan huid als aan weefsel. Chirurgie vermindert dus het volume en herschikt bovendien de huid om een aangename vorm te produceren. Hierbij wordt de tepel verplaatst en het tepelhof verkleind indien nodig.


Technische aspecten van de Chirurgie


Er is aanzienlijke vooruitgang gemaakt in de chirurgische technieken voor borstverkleining in de afgelopen 50 jaar. Aanvankelijk was volumereductie het hoofddoel. Dit werd verfijnd om ook in een aangename vorm te voorzien . Recentere ontwikkelingen stellen ons in staat om het bovenstaande te bereiken terwijl het de omvang van de littekens minimaliseert. De aandacht wordt ook gehandhaafd op het behoud van de bloedstroom en de sensatie van de tepel en het tepelhofcomplex.


Voor de operatie tekent de chirurg een aantal complexe markeringen op de borst van de patiënt. Het is belangrijk om dit uit te voeren terwijl de patiënt rechtop staat aangezien de verhoudingen veranderen bij het neerliggen voor een operatie. De metingen berekenen de hoeveelheid weefsel die verwijderd dient te worden en de nieuwe hoogte van de tepel. Het is moeilijk om een bepaalde gewenste borstvorm te plannen, maar na overleg kan een gemiddelde borstgrootte worden overeengekomen. Meestal wordt een C cup beschouwd als de beste balans tussen borst-en borstkasgrootte, maar dit kan worden aangepast aan de voorkeur van de patiënt.


De procedure bestaat uit drie hoofdcomponenten. Een weefsel 'pedikel' wordt ontworpen om de bloedtoevoer en het gevoel aan de tepel te behouden. Overtollige huid en weefsel worden vervolgens verwijderd, voordat de borst uiteindelijk in een aangename vorm wordt gebracht en gesloten. Een aantal alternatieven bestaan voor elk van deze fasen.


De bloedtoevoer naar de tepel kan bereikt worden door "pedikels' die vanuit verschillende richtingen ontstaan en deze kunnen ontworpen worden in verschillende diktes. Evenzo kan borstweefsel voornamelijk uit de bovenkant, de onderkant of van buiten de borst verwijderd worden. Nadat een wig weefsel wordt verwijderd, produceert het bij elkaar brengen van het resterende weefsel een aangenaam borst 'kegel'.


De overtollige huid kan verwijderd worden volgens een van de beschreven methodes gebruikt bij een borstlift. Er zal een litteken ontstaan rondom het tepelhof en één uitbreidend verticaal naar beneden. In sommige technieken genaamd 'verticaal litteken' zijn dit de enige littekens. Gewoonlijk echter zal nog een litteken in de plooi onder de borst nodig zijn om de ideale vorm te bereiken. Algemeen gesteld zijn er twee technieken die het meest worden gebruikt.


De verticale litteken techniek (van Lassus en Lejour)


Hierbij worden de tepel en het tepelhof met een van bovenaf geleverd bloedtoevoer gelaten. Een wig weefsel wordt verwijderd uit het onderste deel van de borst en de enige littekenvorming betreft deze rondom het tepelhof en deze verticaal tot aan de plooi onder de borst. Het belangrijkste voordeel is de beperkte littekenvorming. De nadelen zijn dat de bloedtoevoer naar de tepel net zoals het gevoel verlaagd kunnen zijn. De huid wordt enkel horizontaal getrokken in het onderste deel van de borst zodat overtollige huid langs de verticale lijn kan toelaten dat het overliggend weefsel terug begint af te zakken. Patiënten voor deze operatie moeten zorgvuldig gekozen worden.

Fig. 4 a Fig. 4 b Fig. 4 c
Fig. 4 d Fig. 4 e Fig. 4 f
 
Fig. 4 g Fig. 4 h  

Figuur 4: De verticale litteken techniek: (a) preoperatieve markeringen (b) de tepel wordt rondom ingesneden en de huid eronder ondermijnd; een pedikel van huid en een dun laagje intacte klier worden bewaard (c,d) een wig van weefsel onder de tepel wordt verwijderd (e,f) de tepel wordt naar boven verplaatst door het vouwen van het weefsel op zichzelf (g) Het overblijvende weefsel wordt samengebracht (h) de huid wordt gehecht met de wond bewust "samengepropt" om het uiteindelijke litteken te verkorten.


Perforator techniek (van Blondeel)


Hier worden de tepel en het tepelhof bevloeid door 'perforerende' bloedvaten die uit de pectoralis major spier komen van onderuit. Deze techniek houdt ook rekening met de sensorische zenuwen naar de tepel, dewelke in de meeste gevallen bewaard kunnen worden. Weefsel wordt voornamelijk verwijderd van onder en boven de tepel. Om optimaal de huid te reduceren in het onderste gedeelte, is een litteken van variabele lengte noodzakelijk in de plooi onder de borst. De belangrijkste voordelen van deze methode bedragen een robuste bloed- en zenuwvoorziening van de tepel en een natuurlijke vorm van de borst en het tepelhof na de chirurgie.

0
 Fig. 5 a  Fig. 5 b  Fig. 5 c
 
 Fig. 5 d  Fig. 5 e  Fig. 5 f
     
Fig. 5 g   Fig. 5 h  

Figuur 5: (&) Preoperatieve markeringen. De groene pijlen geven aan waar de sensorische zenuwen en bloedvaten de tepel binnendringen (b) De huid wordt ondermijnd en verwijderd met behoud van de bloedtoevoer (c) het onderste gedeelte van de klier wordt verwijderd (d) verticaal weefsel wordt verwijderd (e,f) de kolom van weefsel met de tepel eraan wordt naar boven gekanteld (g) het overblijvende weefsel wordt samengebracht (h) de huid wordt gesloten met een ankervormig litteken


Wat te verwachten na de operatie


Er zal een verband aanwezig zijn op de wonden van elke borst. Elastische tape of een speciale beha kan gebruikt worden om de borst te ondersteunen. Er zullen vaak buisjes aanwezig zijn die door de aangrenzende huid naar buiten komen, voor de afvoer van overtollige vloeistof die zich na de operatie ophoopt. Deze kunnen verwijderd worden tussen de 24 en 48 uur na de operatie. Het is normaal om het volgende te zien na de operatie:

  • Blauwe plekken, meestal rond het tepelhof, maar de verkleuring kan zich verspreiden over de borstkas. Zwelling van de borst komt ook vaak voor. Dit wordt erger in de eerste paar dagen, maar verbetert daarna geleidelijk aan. 
  • Tijdelijk gevoelsverlies van de tepel, het tepelhof of de omliggende huid. Dit komt vaak voor en kan weken tot maanden duren om volledig te herstellen, afhankelijk van de ingreep. Er zal ook pijn aanwezig zijn na de operatie. De initiële pijn gaat weg, maar wanneer de littekens rijpen zal er occasioneel stekende pijn aanwezig zijn in de komende maanden.


Voorbeelden


Figuur 6: Pre-(boven) en postoperatieve (onder, 14 maanden na de operatie) foto's van een 29-jarige vrouw met prominente Type III hypertrofie van de borsten die een borstverkleining onderging met behulp van de BLONDEEL techniek. De tepels werden gecorrigeerd met tepelpiercings.


Figuur 7: Pre-(boven) en postoperatieve (onder, 11 jaar na operatie) beelden van een Type I hypertrofie van de borsten die een borstverkleining onderging met behulp van de BLONDEEL techniek. De lichte asymmetrie werd gecorrigeerd door de operatie.


Verblijfsduur


De operatie duurt tussen de 1,5 en 2,5 uur en de lengte van het ziekenhuisverblijf is tussen de 24 en 48 uur. De hoeveelheid vloeistof die uit de drains komt is meestal bepalend voor deze verblijfsduur. Als deze eenmaal afgenomen is tot een acceptabele hoeveelheid, kunnen de drains verwijderd worden en kan de patiënt naar huis.


Nazorg


Indien de wonden bedekt zijn met beschermende lijm, kunnen de verbanden de volgende dag verwijderd worden om te douchen. In andere gevallen kan het noodzakelijk zijn om de wonden langer droog te houden.


Elastische tape kan vervangen worden door een ondersteunende (sport) beha bij het verlaten van het ziekenhuis. Chirurgen verschillen onderling in hun voorkeuren ten aanzien van ondersteuning van de borst en elk van hen zal u hierover advies verschaffen. Meestal zal u gevraagd worden om 4 weken dag en nacht een beha te dragen. Normale beha’s kunnen dan na 3 maanden weer worden gedragen.


De eerste 48 uur moeten fysieke activiteiten, vooral armbewegingen, tot een minimum herleid worden, daarna wordt volledige mobiliteit aangemoedigd. Er mag echter geen zwaar werk of sport uitgevoerd worden gedurende 3 weken na de operatie. Het is ook niet aangeraden om op de buik te slapen tijdens de eerste 4 weken. Afhankelijk van uw type werk moeten 2-3 weken vrijaf genomen worden om volledig te herstellen.


Mogelijke complicaties


Vroeg


Lokaal

  • Bloeding 
  • Infectie 
  • Wondhelingsproblemen 
  • Huidirritatie 
  • Tepel/tepelhof necrose 
  • Dehiscentie van de wonde

Algemeen

  • Diepe veneuze trombose 
  • Longembolie 
  • Longontsteking


Laat

  • Gevoelloosheid van tepel of huid 
  • Pijnlijke steken 
  • Andere gevoelsstoornissen 
  • Littekenhypertrofie (verdikking) 
  • Asymmetrie 
  • Ontevredenheid over het uiteindelijke volume 
  • Latere veranderingen in de vorm onder invloed van de zwaartekracht en de veroudering


Financiële overwegingen


Hoewel hypertrofie van de borsten niet per se een ziekte op zich is, veroorzaakt het vaak onaangename symptomen en invaliditeit voor de betrokkene. Als zodanig zullen sommige zorgstelsels waaronder die in België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk de procedure financieren, gelet in elke casus op zijn eigen gegrondheid. In sommige gevallen echter zullen alle of een deel van de kosten voldaan moeten worden door de patiënt. Het beleid verschilt tussen verzekeraars en u dient eerst contact op te nemen met uw provider. Zorg ervoor dat u alles duidelijk schriftelijk hebt gedocumenteerd door zowel uw chirurg als verzekeraar.


Een patiëntenervaring:

Ik besloot om een borstverkleining te ondergaan, niet enkel vanwege de pijn in mijn schouders en de ontsteking onder mijn borsten, maar ook om hun uiterlijk te verbeteren. Mijn borsten groeiden snel vanaf jonge leeftijd en ik eindigde met een F cup en ingetrokken tepels.


Ik had mijn borsten verborgen gehouden sinds mijn puberteit. Niemand anders wist hoe gefrustreerd, beschaamd en onzeker ik me voelde over mijn borsten. Ze leken te definiëren wie ik was, hoe ik emotioneel, sociaal en in relaties functioneerde. Dankzij het internet vond ik een oplossing. Mijn eerste ontmoeting met een plastisch chirurg was het moeilijkste. Ik was zo zenuwachtig dat ik moeite had om de tranen in bedwang te houden. Uiteindelijk herwon ik de controle en was ik in staat om een informatief gesprek over de operatie te hebben.


In eerste instantie wilde ik niet dat iemand wist wat ik aan het doen was, maar daarna werd het vrijwel noodzakelijk en iedereen was erg begripvol. Ik besloot met mijn chirurg om te streven naar een C cup. Voor de operatie werden voorzichtig markeringen gemaakt op mijn borsten. Ik was zenuwachtig over de narcose, maar al snel dreef ik af en werd wakker met een eerste glimp van mijn borsten.


Aanvankelijk was ik bang, ze zagen er vormloos en gekneusd uit. De pijn was draaglijk, wat een grote opluchting was! Het was letterlijk een gewicht dat van mijn schouders viel.


Tijdens mijn post-operatieve bezoeken stelde mijn chirurg me gerust dat alles goed was gegaan. In de komende 6 maanden kregen mijn borsten vorm en ik ben erg trots op ze. Mijn littekens zijn mooi genezen. Het enige overgebleven probleem was mijn ingetrokken tepels. De chirurg vertelde me dat tepelpiercings dit zouden verhelpen en dat het slechts een kleine ingreep onder plaatselijke verdoving zou bedragen.


Ik kan en wil het feit niet verbergen dat ik plastische chirurgie heb gehad. Mijn borsten zijn gecorrigeerd en ik ben zo blij met het resultaat. Ik voel me zekerder. Indien ik eerder had geweten wat ik nu weet, dan zou ik sneller hebben gehandeld. Ik heb nooit spijt gehad van de operatie.